Strijkkwartetten '24/'25
Dit concert is al geweest. Bekijk hieronder de serie Strijkkwartetten '24/'25 :
- Izhar Elias, PuraCorda String Quartet en Femke Huizinga - 19 oktober 2024
- Animato Kwartet - 9 november 2024
- Lavinia Meijer en Alma Quartet - 22 maart 2025
Borodin Quartet
Wat alle leden van het Borodin Quartet bindt, is dat ze allemaal aan het Moskous Conservatorium zijn afgestudeerd. Muziekcritici loven de haast orkestrale klank van het Borodin Quartet. “Zinderend” en “Robuust in klank”, schreef NRC Handelsblad. Cellist Valentin Berlinski verliet in 2007 als laatst oorspronkelijke lid het kwartet, maar de muzikale erfenis van de eerste generatie spelers is onder de huidige vier strijkers nog springlevend.
"Toen ik auditie deed bij het Borodin Quartet, bleek dat ze me al langer in het vizier hadden”
Altviolist Igor Naidin leek min of meer voorbestemd om lid te worden van het Borodin Quartet, evenals cellist Vladimir Balshin. “Als student aan het Conservatorium van Moskou kreeg ik de kans om masterclasses te volgen bij het toen al legendarische Borodin Quartet. Toen ik als 26-jarige auditie deed bij het kwartet, bleek dat ze me al langer in het vizier hadden”, lacht Igor met zijn sonore basstem.
(Lees het interview met Igor Naidin.)
De mysterieuze ‘Quartettsatz’ van Schubert
Ging Schuberts beroemde ‘Achtste Symfonie’ de geschiedenis in als zijn ‘Onvoltooide’, hetzelfde geldt voor zijn mysterieuze ‘Twaalfde Strijkkwartet’ waarvan Schubert alleen het eerste deel op papier kreeg. Deze ‘Quartettsatz’ behoort tot Schuberts meest gespeelde strijkkwartetmuziek. En, toeval of niet, het begin doet zelfs een beetje denken aan die ‘Onvoltooide’ symfonie.
Tsjaikovski’s pianomuziek voor strijkkwartet
Een bijzonder stuk op het programma is Tsjaikovski’s ‘Kinderalbum’. Pianomuziek waarbij je je op het eerste gezicht afvraagt of die wel past bij een serieus strijkkwartet. Altviolist Igor Naidin vertelt erover: “Omdat er zo weinig kamermuziek van Tsjaikovski bestaat, besloot onze voormalige eerste violist, Rostislav Dubinsky, er een versie voor strijkkwartet van te maken.” Dit arrangement is allesbehalve een kopie van de pianoversie, want Dubinsky hoefde geen rekening te houden met de beperking van de tien vingers van de pianist.
Borodins Tweede Strijkkwartet
Wat heeft het Borodin Quartet met Borodins muziek dat ze er hun ensemble naar vernoemde? Igor Naidin vertelt: “Borodin is zogezegd onze ‘patroonheilige’ en in bredere zin de grondlegger van de Russische kamermuziek. Extra bijzonder aan Borodin was dat hij geen musicus was, maar scheikundige. Hij werkte aan de medische militaire academie en schreef in zijn vrije tijd muziek. Daarom is zijn oeuvre klein gebleven, maar wat hij schreef zijn meesterwerken. Je hoort dat Borodin vooral zoekt naar schoonheid van klank en harmonie. Dat merk je vooral in de ‘Notturno’ van zijn Tweede Strijkkwartet, dat het bekendst is geworden.”
Het Borodin Quartet bestaat uit:
- Ruben Aharonian, viool
- Sergej Lomovsky, viool
- Igor Naidin, altviool
- Vladimir Balshin, cello
YouTube-tip
Verdiepend
Schubert - Quartettsatz
De raadselachtige Quartettsatz D 703 (1820) vormt een eilandje in Schuberts vijftien strijkkwartetten. Acht jaar zat er tussen zijn Elfde Strijkkwartet (1816) en het beroemde Dertiende Strijkkwartet ‘Rosamunde’. Niet alleen die compositorische ‘stilte’ is intrigerend voor de veelschrijver Schubert, ook het stuk zelf klinkt geheimzinnig. De tremolo’s (snel aangestreken snaren) waarmee het stuk begint, zorgen voor een mysterieuze sfeer. Het lijkt een beetje op de manier waarmee Schuberts Achtste Symfonie begint, waaraan de componist twee jaar later begon. Dit zijn niet de enige overeenkomsten, want zowel de Quartettsatz als de Achtste Symfonie bleven onvoltooid. En zoals in die symfonie op een gegeven moment de spreekwoordelijke zon doorbreekt, zo componeerde Schubert in dit losse kwartetdeel een van zijn mooiste melodieën. Alleen al daarom is het een intrigerende vraag hoe de rest van dit strijkkwartet geklonken zou hebben, als Schubert de inspiratie had gehad het af te maken. Gelukkig hebben we in ieder geval het eerste deel.
Tsjaikovski - Kinderalbum
Tegenover de vijftien strijkkwartetten van Schubert steekt Tsjaikovski’s bijdrage aan het genre, met slechts drie strijkkwartetten, wat bleekjes af. Dat vond ook Rostislav Dubinsky, de voormalige primarius van het Borodin Quartet. Hij maakte van Tsjaikovski’s Kinderalbum een prachtige versie voor strijkkwartet, die allesbehalve een exacte kopie is van het origineel. De gekozen tempi zijn verschillend en ook zijn de vier strijkers niet gebonden aan de tien vingers van de pianist. Met zijn Kinderalbum schreef Tsjaikovski allerminst kinderachtige muziek. Zijn doel met deze kleurrijke miniaturen was dat ze door kinderen gespeeld zouden kunnen worden. Wellicht had de Russische componist daarvoor zijn zevenjarige neefje Vladimir Davydov op het oog, aan wie Kinderalbum ook is opgedragen. Gekscherend schreef Tsjaikovski aan zijn zwager: “Bobik is een heerlijk joch wanneer hij piano speelt. Als hij de noten ziet, zal hij ongetwijfeld denken dat er een hele symfonie aan hem is opgedragen.” Om de muziek nog aantrekkelijker te maken verwerkte Tsjaikovski er een paar volksliedjes in. Zo is het ‘Napolitaans Lied’ gebaseerd op een Italiaans volksliedje dat hij eerder ook al in het ballet Het Zwanenmeer had verwerkt.
Borodin - Strijkkwartet nr. 2
Net als Tsjaikovski met zijn Kinderalbum, droeg Borodin zijn Tweede Strijkkwartet op aan een dierbaar persoon: zijn echtgenote Ekaterina. Met dit strijkkwartet bezegelde hij hun twintigjarig samenzijn. Naar verluidt verklankte de componist zichzelf in de cellopartij (Borodin speelde zelf cello), terwijl hij Ekaterina in de vioolpartij portretteerde. Beide instrumenten spelen een prominente rol in dit strijkkwartet. In het eerste deel voeren viool en cello een lieflijke dialoog met elkaar. Het ‘Scherzo’ gaf Borodin de gestalte van een lichtvoetige dans. In de daaropvolgende ‘Notturno’ treden Borodin en Ekaterina weer duidelijk op de voorgrond. De warmbloedige cellomelodie waar dit deel mee begint, keert later terug als een innige canon tussen viool en cello. Wie deze melodie bekend in de oren klinkt, kent ongetwijfeld de song ‘And this is my beloved’ uit de Broadway musical Kismet (1953), waarvoor Borodins ‘Notturno’ model stond. Ook in de finale treden viool en cello gezamenlijk op in een paar gepassioneerde unisono’s voor beide instrumenten. Muziek die klinkt als een liefdevolle omhelzing.
Franz Schubert Quartettsatz Children's Album Alexander Borodin Pyotr Ilyich Tchaikovsky Pjotr Iljitsj Tsjaikovski Kamermuziek cello altviool viool strijkkwartet december