Op zijn veertiende wist Enno Voorhorst al dat hij gitarist wilde worden. In 1987 won hij in Duitsland de eerste prijs op het zevende gitaarconcours te Hof. Daarna volgden nog een aantal prijzen, waaronder in 1992 de Nederlandse gitaarprijs in het Concertgebouw van Amsterdam. In datzelfde jaar won Enno ook de eerste prijs op het Seto-Ohashiconcours in Japan.
Antonio Ruíz-Pipó - Cancion y danza
De Spaanse componist Antonio Ruíz-Pipó plaatste zichzelf graag in de traditie van illustere voorgangers als Isaac Albéniz en Manuel de Falla. Als kind groeide hij op in Granada, omgeven door de Spaanse flamenco-muziek. Toen zijn vader tijdens de Spaanse Burgeroorlog omkwam, verhuisde de dan driejarige Antonio met zijn familie naar Barcelona. Daar studeerde hij later bij Alicia de Larrocha en vervolgens in Parijs bij Alfred Cortot en Jean Français. Zijn composities zijn sterk verankerd in de Spaanse traditie, maar verraden ook invloeden van Stravinski en Bartók. Het bekendst werd Ruíz-Pipó met zijn gitaarcomposities, zoals Cancion y Danza die hij in 1958 schreef.
Enrique Granados - Andaluza, Intermedio, Oriental en Zambra
De dansen ‘Andaluza’, ‘Oriental’ en ‘Zambra’ komen uit Granados’ beroemde 12 Danzas españolas. Amper 23 jaar oud vestigde Enrique Granados met dit op volksmuziek geïnspireerde meesterwerk zijn naam als componist en pianist. De musicoloog Felipe Pedrell vormde de aanjager tot deze set van twaalf pianostukken. Pedrell had in de jaren daarvoor pionierend onderzoek gedaan naar volksmuziek op het Spaanse schiereiland.
‘Andaluza’ dankt zijn naam aan verschillende traditionele Andalusische dansen, zoals de malagueña en de fandango. ‘Oriental’ is een langzame dans in driekwartsmaat. Trillers en aan de toonsoort d-mineur toegevoegde ‘vreemde’ noten geven het stuk een exotisch tintje. ‘Zambra’ tot slot grijpt terug op Spaanse zigeunermuziek.
De 12 Danzas españolas vormden de toeleidende weg naar Granados’ bekendste pianowerk Goyescas, geïnspireerd op schilderijen van Francisco Goya. Verschillende melodieën uit deze pianosuite kregen op hun beurt weer een plek in Granados’ opera Goyescas, waaruit Enno Voorhorst en Mikhail Zemtsov de ‘Intermedio’ spelen.
Isaac Albéniz - Mallorca en Asturias
Wat we nu als ‘Asturias’ kennen is ongetwijfeld een van de bekendste stukken van Isaac Albéniz. Oorspronkelijk droeg het stuk de titel ‘Leyenda’ (Legende) en vormde het openingsdeel voor de driedelige pianocyclus Chants d’Espagne. Na de dood van Albéniz in 1909 publiceerde een Duitse uitgever het stuk als ‘Asturias’ en voegde het toe aan de Suite españole. Anders dan deze nieuwe titel suggereert, baseerde Albéniz zich in dit stuk op de flamenco-traditie en niet op volksmuziek uit Noord-Spanje. ‘Mallorca’ schildert, in de woorden van gitarist John Williams, “een mysterieus en adembenemend eiland met Moorse invloeden.”
Olivier Messiaen - Louange à l'Éternité de Jésus
‘Louange à l'Éternité de Jésus’ is het vijfde deel uit Olivier Messiaens Quatuor pour la fin du temps dat hij componeerde tijdens krijgsgevangenschap in een Silezisch kamp gedurende de winter van 1940-41. Messiaen moest het als geïnterneerde doen met wat er voorhanden was: een klarinet, viool, cello en piano. Het werd een van Messiaens bekende stukken. ‘Louange à l'Éternité de Jésus’ wordt vaak afzonderlijk uitgevoerd. De muziek voor dit stuk nam Messiaen over uit een eerdere compositie: ‘Oraison’ uit Fête des belles eaux.
Astor Piazzolla - Histoire du tango
Astor Piazzolla zou je met recht de Argentijnse Bartók kunnen noemen. Hij hield zich uitputtend bezig met de tango, de nationale volksdans van Argentinië. Zoals Bartók de volksmuziek in gestileerde vorm van het platteland naar het concertpodium bracht, zo haalde Piazzolla de tango uit de danslokalen naar de concertzaal. In zijn vierdelige suite Histoire du tango schetst hij die ontwikkeling. De delen 'Bordel 1900', ‘Café 1930’ en ‘Nightclub 1960’ geven de stand van de tango weer in die desbetreffende jaren. Piazzolla schreef het werk oorspronkelijk voor fluit en gitaar (de traditionele tango-instrumenten vóór de komst van de bandoneon). Tijdens dit concert klinkt de versie voor altviool en gitaar.